for English, see further below
Begrafenissen
“Ze kwamen bij het huis….en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen.” Markus 5:38
Nu mijn toekomst in Zambia ligt zijn er ook culturele gewoontes waar ik als Nederlandse niet meer onderuit kan. Tot nu toe heb ik de meeste moeite met begrafenissen.
Ten eerste komen er bij een overlijden niet alleen maar de naaste familie, vrienden en wat kennissen. Nee, bijna de hele familie gaat, zelfs wanneer een verre nicht van moeder is overleden. Desnoods wordt her en der geld geleend om naar die verre plek in Zambia te kunnen reizen om de uitvaart bij te kunnen wonen. Een begrafenis wordt vaak aangegrepen om als familie weer eens bij elkaar te komen. Hij leidt vaak tot hernieuwde relaties. Is er geen geld voor de begrafenis? Dan geeft iedereen een bijdrage om ervoor te zorgen dat alles rond het overlijden goed geregeld kan worden. Op zich mooi, maar naderhand wordt er weer steen en been geklaagd over geldgebrek.
Eenmaal aangekomen bij het huis van de overledene, zie je zomaar een groep van dertig, veertig mensen, bekenden en onbekenden, die luid staan te huilen of te weeklagen. Meubels zijn naar buiten gebracht en staan onder een tijdelijk afdak. Hier houden de mannen zich op, zij slapen dan ook buiten. Binnen is alles bedekt met matrassen die overal vandaan zijn gehaald. Alle vrouwen zitten en slapen binnen en iedereen blijft zo lang de ceremonie duurt.
De keuken met alle potten en pannen wordt overgenomen. Stel dat je als vrouw je man hebt verloren, dan heb je geen zeggenschap meer over wat er in je eigen huis gebeurt. De vrouwen nemen de regie over en bepalen hoe jouw dagen eruitzien. De hele buurt helpt mee. Er wordt gekookt voor iedereen die maar langskomt, zelfs voor de toevallige passant die niemand kent. Veel geld gaat dan ook naar de maaltijd.
U begrijpt vast wel dat een begrafenis en rouwen op zijn Nederlands in dit land onvoorstelbaar zijn. Kunt u zich voorstellen dat ik er moeite mee heb? En dat ik hoop dat ik – over ongeveer vijftig jaar – vóór mijn man door Mijn Hemelse Vader thuisgehaald mag worden?
Jannie stuurt op gezette tijden een column vanuit Zambia naar het kerkblad ‘Geandewei’, voor de editie Drachten | Leeuwarden | Dokkum
![]()
Funerals
“When they came to the house……, Jesus saw a commotion, with people crying and wailing loudly.” Mark 5:38
Now that my future lies in Zambia, there are also cultural customs that I, as a Dutch person, can no longer ignore. So far I have had the most trouble with funerals.
Firstly, when a death occurs, not only the immediate family, friends and some acquaintances come. No, almost the entire family goes, even when a distant cousin of the mother has died. If necessary, money is borrowed here and there to travel to that distant place in Zambia to attend the funeral. A funeral is often used as an opportunity to reunite as a family. It often leads to renewed relationships. Is there no money for the funeral? Then everyone makes a contribution to ensure that everything surrounding the death can be properly arranged. Nice in itself, but afterwards there are many complaints about a lack of money.
Once you arrive at the house of the deceased, you suddenly see a group of thirty or forty people, known and unknown, who are crying or crying loudly. lamentations. Furniture has been brought outside and is under a temporary shelter. This is where the men stay, they also sleep outside. Inside everything is covered with mattresses which have been brought from everywhere. All the women sit and sleep inside and everyone stays as long as the ceremony lasts.
The kitchen with all pots and pans will be taken over. Suppose you, as a woman, have lost your husband, then you no longer have a say in what happens in your own home. The women take control and determine what your days look like. The entire neighborhood helps. We cook for everyone who passes by, even for the casual passer-by who no one knows. A lot of money goes to the meal.
You probably understand that a funeral and mourning in the Dutch way is unimaginable in this country are. Can you imagine how difficult it is for me? And that I hope that – in about fifty years – I can be taken home by My Heavenly Father before my husband?
Once in a while Jannie will send a column from Zambia for the Church leaflet ‘Geandewei’ in the northern area of Friesland/Netherlands
